- Leerproblemen: lees-, schrijf- en rekenproblemen
- Heeft je kind moeite met de splitsingen?
- Lukken eenvoudige bewerkingen onvoldoende vlot en foutloos?
- Vind je kind vraagstukken en toepassingen moeilijk?
- Kan je kind geen eenvoudige woorden schrijven zonder fouten?
- Heeft je kind moeite met het toepassen van de spellingsregels?
- Leest je kind met veel haperingen en fouten?
- Heeft je kind een traag leestempo?
Neem in dat geval contact met ons op. Wanneer leerproblemen na een periode van intensieve therapie (6 tot 12 maanden) niet voldoende verbeteren, kan er sprake zijn van een leerstoornis (dyslexie of dyscalculie). Niemand is gebaat bij het te snel stellen van een diagnose. Het is essentieel om eerst goed na te gaan of er wel degelijk sprake is van een stoornis. - Vertraagde taalontwikkeling - taalontwikkelingsstoornissen - taalstoornissen bij meertaligheid - ontwikkelingsdysfasie -
taalproblemen binnen het kader van een autismespectrumstoornis -
vertraagde spraakontwikkeling - spraakklankstoornissen
- Brabbelde je kind niet of zeer weinig?
- Vertelt je kind spontaan nog zeer weinig?
- Is je kind moeilijk verstaanbaar?
- Spreekt je kind één of meerdere spraakklanken foutief of nog niet uit?
- Begrijpt je kind moeizaam opdrachten?
- Heeft je kind moeite met het vinden van de juiste woorden?
- Heeft je kind een beperkte woordenschat?
- Maakt je kind moeizaam zinnen?
- Vindt je kind het moeilijk om een verhaal te vertellen?
Herken je één of meer van bovenstaande signalen? Het kan zijn dat je kind een vertraagde taalontwikkeling heeft. Samen met jullie bekijken we graag of jullie bezorgdheid terecht is.
Ook volwassenen kunnen een foutief articulatiepatroon hebben. Denk maar aan een snel spreektempo, een slordig en onafgewerkt articulatiepatroon, een onvoldoende pittige articulatie van bepaalde medeklinkers (bv. t, k en p) enzoverder. - Afwijkende mondgewoonten (duimzuigen, vingerzuigen, bijtgewoonten, mondademen, foutief slikpatroon) en/of myofunctionele stoornissen
- Ademt je kind door zijn mond?
- Heeft je kind vaak last van oorontstekingen of is je kind vaak verkouden?
- Bijt je kind nog op vingers, nagels, lippen, voorwerpen, …?
- Zuigt je kind op duim of vingers?
- Slikt je kind met zijn tong tegen of tussen de tanden?
- Geeft je kind aan voortdurend moe te zijn?
- Heeft je kind nog steeds een fopspeen (“tut”) of zuigfles (“papfles”)?
Afwijkende mondgewoonten gaan vroeg of laat gepaard met gebitsafwijkingen (open beet, kruisbeet, …). Daarom werken we samen met tandartsen en orthodontisten. Ook de spraak (lispelen, spreken met de tong tussen of tegen de tanden, …) en het slikpatroon (infantiel slikpatroon) zijn in dat geval vaak afwijkend. - Neurogene communicatiestoornissen - afasie - dysartrie
- Heb je recent een beroerte of CVA gehad?
- Heb je daardoor moeite met spreken, begrijpen, schrijven en/of lezen?
- Verloopt de communicatie soms moeizaam?
- Vind je het lastig om op je woorden te komen?
- Heb je problemen met het vormen van een correcte zin?
Neem in dat geval contact met ons op. Wij bekijken aan de hand van een passend onderzoek op welke vaardigheden we samen moeten oefenen.